Beklimming Chimborazo
- Om 8.00 vertrekken we vanaf het hotel op 1800 meter, waarna we met de bus de hoogte ingaan.
Het is nog bewolkt, maar we zien nog wel de rookpluim van de vulkaan.
In het plaatsje Pelileo worden veel spijkerbroeken verkocht. Ook zien we een braadcarrousel van cavia's
().
Deze stinken enorm, waarschijnlijk omdat ze niet goed onthaard zijn.
- Het landschap verandert naarmate we stijgen met de bus.
Op 3500 meter zien we een glooiend weidelandschap met koeien en bergpieken op de achtergrond
().
Vanaf 4000 meter wordt het steeds ruiger, kouder en mistig. We zien ook vicuaña's
(
).
Dit zijn wilde lama's.
- Om 12.00 stopt de bus voor de start van de wandeling.
Hier hebben we echt winterkleren aan en dat is een enorm verschil met Baños waar we in ons T-shirt rondliepen.
We klimmen hier maar 200 meter
(
),
maar dat blijkt enorm vermoeiend vanwege de ijle lucht. Hogerop blijkt er nog sneeuw te liggen en is de lucht helder
(
).
Het eindpunt
()
is op 5000 meter
(),
maar we mogen hier niet te lang blijven vanwege de kans op hoogteziekte.
We eten binnen onze meegenomen lunch op en krijgen een stempel in ons paspoort.
De tocht omlaag is beter te doen, maar is nog steeds vermoeiend
().
- Vanuit de bus zien we nog meer vicuaña's. Tijdens het dalen rijden we even door de mist.
Daarna is het helder, maar miezerig
().
- Om 16.00 komen we aan bij Riobamba Inn.
Helaas hebben we hier voor de derde keer een kamer zonder ramen naar buiten.
Daarna wandelen we door het centrum. Riobamba
(
)
is ook een redelijk moderne stad.
We zien alleen Indianen op een kleine markt voor hoeden en truien
().
Deze dragen meestal een felle poncho en een hoedje.
Het postkantoor is hier ook dicht. 's Middags is het zonnig en 20°C, maar 's avonds regent het.
- We eten bij El Delirio. Het menu is standaard, maar vlot geserveerd.
De aankleding is gezellig met een fel gekleurde kerstboom en knipperende lampjes.
Treintocht naar Duivelsneus
- Vandaag gaan we een rit op het dak van een trein maken.
We staan al om half 6 op om een plaatsje te bemachtigen. We zitten op een kussentje met de voeten naar buiten.
Er zitten alleen toeristen op de trein, locals zitten binnen. Als de trein gaat rijden regent het nog lichtjes.
Eerst gaan we door de rommelige buitenwijken van Riobamba
().
Daarna gaan we door het platteland
(
)
met veel vee, honden en kinderen die om snoep bedelen als de trein langskomt.
Er lopen verkopers op het dak met snacks, drinken en snoepjes om uit te delen.
Het eerste traject lopen we al vertraging op, omdat er af en toe iets van de rails moet worden gehaald.
Onderweg zien we veel Indiaanse vrouwen met klederdracht die bijvoorbeeld de was doen in de rivier
().
- Op het eerste station mogen we eraf om naar de WC te gaan.
We kopen een gefrituurde banaan in een deeglaagje.
Er lopen veel nieuwsgierige Indianen met hun kinderen op het station
(
).
Als de trein verder rijdt, zien we minder bewoning. Wel zien we veel Indianen met hun vee en kinderen die naar de trein rennen en zwaaien.
We zien veel weidse uitzichten en ravijnen. Onderweg ontspoort de trein en moet weer op de rails worden gezet
().
- Het tweede station Alousi is minder druk. Na Alousi komt El Nariz del Diabolo, de Duivelsneus.
We gaan hier zigzaggend omlaag, kijkend in een diep ravijn met een spectaculair uitzicht
(
).
Beneden aangekomen wordt de locomotief aan de andere kant van de trein gezet en gaan we weer richting Alousi, het eindpunt.
Als we om half 3 van de trein stappen, merken we dat we toch niet zo comfortabel hebben gezeten.
- We moeten nog een flink eindje met de bus naar Cuenca.
Er staan bedelende Indianen langs de weg.
Ze spannen een touw om de bus te stoppen of ze leggen stenen op de weg. We rijden door de mist.
Op 70 km van Cuenca zien we veel grote, duur uitziende huizen.
In de buurt van Cuenca klaart het op, maar het wordt wel donker.
Iedereen is moe door de lange zit op de trein in combinatie met de busreis.
Het is donker voor we er zijn, maar het is een goede, verlichte weg.
- Om 20.00 zijn we pas bij hotel El Quijjotte.
Dit hotel is met allerlei beelden en schilderingen van Don Quichot en Sancho Panza aangekleed.
Helaas hebben we weer een inpandige kamer.
Direct na aankomst gaan we eten bij Eucalyptus met een gevarieerde, internationale kaart.
Kathedralen in Cuenca en natuur in Las Cajas
- We slapen uit en eten bij Raymipampi. Ze hebben hier een uitgebreide kaart en lekkere cappuccino.
We hebben nog een uurtje om Cuenca te bekijken.
De Cathedral de La Immacula da Concepción heeft veel marmer
()
en een kerststal met knipperlichtjes en vogelgeluiden.
In de Old Cathedral nemen we een rondleiding. Hier zijn vooral mooie muurschilderingen met levensecht geschilderde pilaren, vensters en gordijnen.
- We vertrekken om 12.00 van het hotel. We rijden als snel het ruige landschap binnen van Las Cajas
().
We maken alleen een aantal fotostops bij o.a. een bergmeer
(
).
Afdalend gaan we door de wolken.
- We stoppen bij de Mirador de Los Andes, maar het uitzicht blijkt een dichte mist. Dalende wordt het helderder.
In het laagland is het warm met tropische begroeiing, cacaoplantages
(),
rijstvelden en huizen op palen.
In de buurt van Guayaquil wordt het een rommeltje.
Er zijn sloppenwijken en er ligt vuilnis op straat.
We zien ook de machépoppen die worden verbrand tijdens de jaarwisseling om boze geesten te verjagen.
- Aan de overkant van de rivier is men rijker.
Hier staan luxe villa's, torenflats en sportvelden.
Het is erg druk op de weg en er staat een lange file voor het stadion.
- Om 18.00 komen we aan bij Hostal Quil. Hier hebben we een redelijke kamer met airco,
maar de locatie is niet zo aantrekkelijk.
We gaan snel met de bus naar het centrum
(
).
In Parc Bolivar leven landleguanen
().
De meeste zitten in de bomen en het is al donker.
We maken een wandeling naar de moderne boulevard
()
en gaan om 20.00 eten bij Tasca Vasca, een Baskisch restaurant.
Het is een duur restaurant, maar dit is de laatste avond dat we uit eten gaan met Elvira, onze reisbegeleidster.
Het eten is goed, maar de bediening is langzaam.
- We zijn pas om 23.00 terug bij het hotel, waar we onze spullen scheiden
in een tas voor de Galapagos en een tas die achterblijft.