Busreis naar Samye klooster.
- Na een snel ontbijt in het hotel vertrekken we om kwart voor acht. Jammer
genoeg is de grote bus er niet meer en moeten we weer allemaal in een kleiner
busje. De busrit is weer erg mooi. Dit keer rijden we door het soms smalle
dal van de Yarlung Zanbo
().
Onderweg komen we gerstvelden
(),
een pontje
()
en enkele zijrivieren
()
tegen.
- Rond het middaguur arriveren we in Gonggar (bij het vliegveld van Lhasa).
Hier is een grote rij met kleine Chinese restaurantjes. We kiezen er gezamenlijk
eentje uit, en krijgen een uitstekende maaltijd voorgezet.
Na de lunch rijden we nog anderhalf uur verder door het dal van de Yarlung Zanbo
tot we stoppen bij een pontje. Hier stappen we met zijn allen op een platte schuit
(),
waarmee we, samen met zo'n twintig Tibetanen
(
),
de rivier oversteken
(
).
De oversteek duurt zo'n uur, vooral ook omdat er om een aantal zandbanken heen
gevaren moet worden
().
Aan de overkant moeten we een stukje over het zand lopen, waarna we een bus
in stappen. De bus rijdt zo'n half uur over hobbelige zandwegen naar het klooster
van Samye.
- Op het kloostercomplex lopen we naar het guesthouse. We slapen met zijn vieren
op één simpel ingerichte kamer. De rest van het guesthouse is ook
erg spartaans: we moeten ons wassen aan de pomp op de binnenplaats en de stank
en smerigheid op de WC schrikt bijna iedereen af.
We lopen een rondje over het kloosterterrein. Hier vallen vooral de centrale
tempel met het gouden dak
(
)
en de vier stupas
(
) op.
's Avonds eten we in het Monastery Restaurant. Dit is een soort simpele kantine,
met redelijk eten, dat wel erg vet is. Na nog een kort spelletje kaarten gaan
we om half elf naar bed.
Tocht naar bergklooster, terugreis naar Gonggar.
-
We staan vandaag weer erg vroeg op: om zes uur gaat de wekker. Na een saai maar
niet slecht ontbijt in de eetzaal stappen we met zijn allen in de laadbak van
een grote truck. Met ons rijden een heleboel Tibetaanse pelgrims mee, die
profiteren van de gratis rit.
Als de truck vertrokken is, merken dat dit geen makkelijk ritje wordt. De truck
hobbelt verschrikkelijk en door de ochtendkou is het erg onaangenaam om de stangen
goed vast te houden. Verder rijden we over nogal stoffige wegen. Gelukkig begint
het langzaam licht te worden en wordt het uitzicht steeds mooier.
- Bij het eindpunt van de rit blijkt dat we nog een stuk moeten lopen voor
we bij het nonnenklooster zijn. Op deze hoogte is de klim niet makkelijk, maar
uiteindelijk komen we boven. Bij het klooster wordt er hard gewerkt om het
klooster te restaureren. Dit was namelijk door de Chinezen vernield, en mag
pas de laatste jaren weer opgebouwd worden
().
Rond het klooster scharrelen enkele vreemde fazantachtige vogels
().
We wonen een deel van een gebedsdienst in het klooster bij. De nonnen (enkele tientallen)
wisselen gebeden af met muziek. Dit is een soort kakafonie van een soort alpenhoorn,
enkele kleinere hoorns, schelpenhoorns, trommels en belletjes. Toch is het geheel
erg indrukwekkend, hoewel het na een tijdje erg eentonig is.
We lopen met een groepje naar beneden, terwijl een ander deel van de groep
naar boven wandelt, naar een ander klooster. Zij zullen later met de truck
terugkeren, terwijl wij helemaal naar Samye terugwandelen. We besluiten het
pad te verlaten en een alternatieve route langs een beekje te volgen
().
Het landschap is hier erg lieflijk, dus we rusten even uit in een mooie wie.
Regelmatig komen we koeien tegen.
Verderop naar beneden blijkt de alternatieve route een moeilijke keuze. We moeten
flink klauteren en door het struikgewas kruipen om weer op het pad terug te komen.
- De rest van de terugweg is makkelijk, maar wel behoorlijk ver (totaal zo'n 9 kilometer).
Onderweg komen we nog een groepje pelgrims tegen
().
In de buurt van Samye zien we op de velden Yaks die helpen op het land of uitrusten
().
- Terug in het klooster kunnen we in het cafetaria genieten van wat rust en
eten na deze vermoeiende tocht. Als iedereen terug is van de expeditie bestellen
we wat yakboterthee. De verwachtte kop blijkt een hele thermoskan te zijn, dus
iedereen kan naar hartelust proeven. Zolang je denkt dat het soep is, in plaats
van thee, is het best te drinken.
Om drie uur stappen we weer in de bus terug naar de veerboot. Hier blijkt
een andere bus een beetje in de problemen gekomen te zijn. Hij zit tot over zijn
assen vast in de modder
()
en alle pogingen om hem weg te krijgen mislukken.
We stappen aan boord van het pontje
()
en varen terug over de Yarlung Zanbo.
- We stappen weer in onze eigen bus en rijden terug naar Gonggar. Hier checken
we in in het Airport Hotel. Dit hotel is erg saai en de kamers zijn kaal ingericht
en hebben vanavond nog geen warm water.
We lopen gezamenlijk naar het 'centrum' van Gonggar en gaan eten bij hetzelfde
restaurantje als de vorige dag. Zoals zo vaak valt de 2e keer tegen en is het
eten een stuk minder dan de vorige keer.
Vlucht naar Xi'an en wandeling door Xi'an.
-
Om acht uur 's morgens wandelen we gezamenlijk de honderd meter van het hotel
naar de vertrekhal. Helaas komen we er daar achter dat de incheckbalies pas
om half negen open gaan. Als we dit allemaal achter de rug hebben en we in het
vliegtuig zitten, duurt het nog een uur voordat we eindelijk kunnen opstijgen.
Het lijkt er op dat we moeten wachten op een vliegtuig met hoge functionarissen
of zo.
- Eenmaal in de lucht is de ellende snel vergeten. Het uitzicht op de Tibetaanse
bergen is prachtig en het eerste uur van de vlucht kunnen we daar van genieten.
Na 800 km zijn we bij het eind van het Tibetaanse hoogland en is het uitzicht
meteen verdwenen. Vanaf hier zien we alleen nog een dicht wolkendek
().
- In Xi'an is het inderdaad bewolkt. We moeten nog een tijd in een bus zitten
voor we bij ons hotel zijn. Het Li Fang hotel is behoorlijk luxe, met goede kamers
en behulpzame medewerkers. Nadat we ons opgefrist hebben nemen we met Erik en Teun
bus 603 naar de Bell tower. Onderweg komen we gebouwen tegen die erg op het Philips-complex
Strijp in Eindhoven lijken
()
en verkeerspolitie in een kleurrijk tentje
().
Vanaf de Bell tower lopen we naar de zuidpoort van de stadsmuur. Hier bezoeken
we een toeristisch winkelstraatje met een mooie poort
().
We wandelen door de stadsmuur en bezoeken het parkje aan de zuidzijde
().
Terug door de poort
()
en weer naar de Bell Tower
()
en de Drum Tower
().
Het begint al donker te worden. We lopen achter de Drum Tower de moslimwijk in.
Hier is een mengelmoes van restaurants
()
en souvenirwinkels
().
Hier kopen we nog wat snuisterijen en zoeken daarna een restaurant op. Het eten
is hier voortreffelijk. Waarschijnlijk het beste van de hele reis. Voor minder
dan 2 euro krijgen we 24 stokjes met (een beetje) vlees. Als toetje bestellen
we toffee pineapple. Heerlijk!
- We wandelen een stuk terug richting het hotel. Hier valt pas echt op hoe
groot het verschil tussen Lhasa en Xi'an is
().
Voor het laatste stuk terug naar het hotel pakken we een bus.